Andries Toutenhoofd-HVO Querido
“Toen ik hoorde dat er een cursus was van W in de wijk, dacht ik: Dat is precies wat ik zoek. Samenwerken deed ik alleen met andere hulpverleners. Dat heb ik altijd een gemis gevonden. Als Buurtteam willen we juist met allerlei organisaties samenwerken. Wanneer je een cliënt hebt met GGZ-problematiek, dan is het belangrijk dat je met iemand kunt overleggen hierover.
De training was meteen heel praktisch. Ik kon allerlei vragen stellen. Mij gaat het er vooral dat ik weet met wie ik kan sparren. Ik had wel contacten, maar nu weet ik wie ik als eerste kan bellen. Na de training heb ik ervoor gezorgd dat iemand van W in de Wijk aansluit bij de overleggen van Buurteammedewerkers met GGZ als aandachtsgebied. Zodat iedereen meteen de juiste connecties heeft, als er iets van GGZ-problematiek speelt.
De ervaringsdeskundige van TEAM ED was een heel goede co-trainer. Ze keek net weer anders tegen zaken aan dan ikzelf. Ik doe dit werk al 28 jaar. Toch denk ik nooit dat ik ‘het wel weet’. Je doet bij zulke trainingen altijd nieuwe ideeën. Ik sla de ideeën op in mijn grote rugzak en als ik ze nodig heb, haal ik ze tevoorschijn.
De training is voor professionals en vrijwilligers samen. Het is goed dat ze bij elkaar zitten.
In de Buurtteams zijn vrijwilligers heel belangrijk. We hebben hen hard nodig. Maar dan is het wel belangrijk dat zij weten bij wie zij terecht kunnen, als ze er zelf doorheen zitten of vragen hebben. Dit soort trainingen zijn altijd heel nuttig. Je haalt er altijd iets op.”
“Ik had als persoonlijk begeleider vooral ervaring met mensen met een psychosociale kwetsbaarheid. Toen in Zuid twee teams samengingen tot één team, konden ook mensen met psychiatrische problematiek bij mij in de caseload komen. Sara Bruinsma kwam in het team vertellen over de bouwstenentraining. Ik wist meteen dat ik die wilde volgen. Twee directe collega’s gingen mee.
Ik vond het waardevol om de training te doen met professionals en vrijwilligers die in hetzelfde stadsdeel werken. Ik weet nu bij welke instanties ik terecht kan als vragen heb. Als het nodig is, heb ik nu directe hulplijnen.
Heel bijzonder vond ik de verhalen van de co-trainer, een ervaringsdeskundige. Goed om van haar te horen hoe zij hulpverlening ervaart en wat zij wel en niet prettig vindt. Het is fijn dat je de informatie uit de eerste hand krijgt, een ervaringsdeskundige kan als geen ander vertellen wat in zijn of haar hoofd omgaat en hoe bepaalde opmerkingen overkomen.
Ook vond ik als hulpverlener de oefening over de open communicatie waardevol. De trainers gaven nuttige tips als het gaat om luisteren en open vragen stellen, hoe je kunt merken of het goed of minder goed gaat met een bewoner en wat dan wel helpt en wat niet.
Hoe logisch de communicatietips ook klinken, het is goed om er weer bewust mee bezig te zijn.
Zo vond ik het goed om te oefenen hoe je met weerstand omgaat, als iemand niet naar je luistert bijvoorbeeld, de discussie aan wil gaan of je juist negeert. In dat geval is het belangrijk rustig te blijven en zeggen wat het met jou doet. Ik merk dat ik daar in mijn werk nu weer op teruggrijp.”
De ervaringsdeskundige van TEAMED maakte grote indruk op Jeroen. “Zij vertelde wat er gebeurt in je hoofd als je een psychose hebt. Ze zei: Ik begreep op dat moment nog heel goed wat agenten tegen me zeiden. Dat heeft mijn ogen geopend. Ik heb geleerd dat het heel belangrijk is dat je moet blijven uitleggen waarom je iets doet. Doen begrijpen waarom iets gebeurt. Dat is iets moois dat je kunt inzetten, waardoor mensen rustiger worden. Contact houden, ook tijdens een heftig incident, helpt om de situatie te normaliseren.”
Leefbaarheid verbeteren
Nog steeds hebben wijkagenten veel contact met W in de Wijk. Als er vragen ze zijn over een casus, weten ze de coaches te vinden. Omgekeerd denken de wijkagenten graag met de coaches mee. “Het contact is geoptimaliseerd”, aldus Jeroen. “De barrières van voorheen zijn weg en we kunnen daardoor echt inzetten op gezamenlijke ondersteuning van mensen met een GGZ-achtergrond. En dat is nodig, er is nog veel verborgen GGZ-problematiek in de wijken.”
Met W in de Wijk zijn er korte lijnen ontstaan tussen zorg en welzijn en de politie. “We hebben daardoor de mogelijkheid om actief mensen te helpen. Uiteindelijk denk ik dat je de leefbaarheid in de wijk daarmee echt kunt verbeteren. Ik ben er een groot voorstander van dat mensen met GGZ-problematiek in de wijk wonen, maar als ze zeggen dat het niet goed met ze gaat, moet er wel voldoende ondersteuning beschikbaar zijn. W in de Wijk draagt daar in belangrijke mate aan bij.”
“Ik doe al van mijn 17de vrijwilligerswerk. Ik ben nu 71 jaar, dus dat is best een tijdje. Vlak bij mijn huis is de protestante kerk De Ark en daar zit de regenbooggemeente. Ik doe er onder meer de koffieclub voor ouderen op woensdag. Daar komen ook mensen met een GGZ-achtergrond. De opbouwwerker van de kerk had bericht gekregen over de training van W in de Wijk. Ik wilde die wel doen, ik verbreed graag mijn kennis.
In de training zaten vrijwilligers en professionals door elkaar, ik wist niet eens precies wie vrijwilliger was en wie professional. De training was heel interessant. Vooral het verhaal van de ervaringsdeskundige van TEAMED vond ik verhelderend. Ik liep er best tegen aan in het vrijwilligerswerk: hoe ga je om met mensen met een psychische kwetsbaarheid? Ik ben altijd bang geweest dat ze ineens gek zouden gaan doen, gaan schreeuwen of gooien ofzo. Ik kwam erachter dat dat een uitzondering is, dat stelde me gerust.
Ik had vroeger gauw het idee: die is anders en vreemd, ik houd afstand. Nu stap ik juist op mensen af. Door de training realiseerde ik me: iedereen hoort erbij. Zo komt er hier vaak een man die veel aandacht vraagt. Niemand wil bij hem zitten. Na de training is bij mij de knop om gegaan. Ik ben bij hem gaan zitten en ben de goede dingen van hem in gaan zien.
Door de Bouwstenentrainingen heb ik ook geleerd mijn grenzen aan te geven. Als iemand bijvoorbeeld hard gaat zitten bellen, terwijl we koffie zitten te drinken, ga ik ernaartoe. Vroeger had ik gedacht: Laat maar. Nu denk ik: Ik wil duidelijk aangeven wat mijn grenzen zijn. Daar help ik die persoon ook mee.
Ik weet zelf ook hoe het is, dat helpt. Ik heb heel wat psychologen en psychiaters bezocht, omdat ik toen ik jong was last had van een angststoornis. Mijn moeder zei: Zeg maar niet dat je naar een psychiater gaat. En nog steeds zijn er mensen die dat niet durven zeggen. Ik vind het fijn om te laten merken dat er meer mensen zijn die zoiets hebben meegemaakt. En dat ik geen probleem met hen heb.”
Sandra komt van de Kaapverdische eilanden. “In mijn cultuur zijn geestelijke problemen nog taboe. Als je geestelijke problemen hebt, wordt gezegd dat je een beetje gek bent. De problemen worden verstopt. En dat is trouwens niet alleen in mijn cultuur zo. Hier in Nederland zie je het ook.”
Bij de Workshop Stigma leerde Sandra haar eigen ideeën opzij te zetten. “Je bent snel geneigd om vanuit jezelf te redeneren, hoe je zelf aangesproken wil worden. Maar misschien wil degene tegenover je dat heel anders. Ik heb geleerd om beter naar mensen te kijken. Ik kan het gesprek wel op een bepaalde manier willen doen, maar het wil niet zeggen dat de ander dat ook wil. Oplettend zijn, dat is belangrijk. Kijk naar de ogen, kijk naar de lichaamstaal.”
Belangrijk is ook om duidelijk te zijn als je bepaald gedrag niet accepteert. “’Er komen hier wel eens mensen die lastig gedrag vertonen. Zoals toen een bezoeker niet beleefd was tegen een vrijwilliger. De vrijwilliger werd angstig. Dan moet je die bezoeker toch duidelijk maken: Zo gedragen we ons hier niet. Maar hoe doe je dat op zo’n manier dat je het niet erger maakt? Tijdens de workshop leerden we dat je iemand moet aankijken en aanvoelen. Ik denk dat bij mij steeds beter gaat. Ik ben me opener gaan opstellen, voor iedereen.”
Moni Hanasbei
Powered by Events Manager